De Nijmeegse 4-daagse 2013 van Franca van de Laar

Mijn 4-daagse avontuur begint 4 jaar geleden toen er een groepje bekenden aan het trainen was om de Nijmeegse 4-daagse te gaan lopen. Ze trainden op maandagavond van half 8 tot half 10 en vonden het goed dat ik ook mee ging doen. Ik wou 1 keer de 4-daagse gaan lopen, omdat ik benieuwd was hoe dat voelde. Dus vanaf september regelmatig gewandeld, maar toen het eenmaal zover was dat er ingeschreven moest worden lieten ze het allemaal afweten. Ik heb toen  Albertje Bressers uit Liempde gebeld, waarvan ik wist dat hij elk jaar de 4-daagse liep. Na enkele fikse wandeltochten waren we het er over eens dat we goed met elkaar overweg konden en ook een beetje hetzelfde wandeltempo hadden. Mijn enige relatie met hem was dat zijn broer was getrouwd  met mijn zus en we elkaar dus eigenlijk alleen maar af en toe op een verjaardag hadden gezien. Met een geleende camper stonden we op de 4-daagse camping, die door de Nijmeegse voetbalclub Quick 1888 altijd wordt gerund om de clubkas te kunnen aanvullen. Albert had een jarenlange ervaring als wandelaar, dus die wist precies hoe het allemaal werkte en waar we moesten zijn. Het wandelen ging me goed af en de blaren vielen wel mee, maar elke dag waren die laatste 10 kilometer toch behoorlijk zwaar. Allebei hebben we de 4-daagse goed uitgelopen en ik heb de beloning, het 4-daagse kruisje, opgedragen  aan mijn vader die in maart van dat jaar was overleden. Dat kruisje was voor mij eigenlijk helemaal niet belangrijk, want dat was mijn doel niet. Mijn doel was om te weten wat voor gevoel die 4-daagse mij zou geven. Als ik het nu moet omschrijven was destijds mijn gevoel dat ik heel veel plezier heb beleefd. Ik heb gelachen met Albertje die altijd vrolijk is, overal foto’s van had gemaakt (maar dan ook echt overal van!) en ik heb genoten van het wandelen, van de mensen onderweg en op de camping die een praatje maakten. Maar ook van de mensen langs de kant die ons aangemoedigd hebben en de zingende soldaten onderweg. Vooral bij de laatste kilometers vroeg ik me af: Waarom doe ik dit? Ik wil niet meer verder lopen, ik wil mijn schoenen uitdoen! En toch maar doorgaan, ondanks de zere voeten en spieren. Het wandelen was voor mij ook een rouwverwerking. Ik voelde pijn bij het wandelen van mijn zere voeten, maar ook in mijn hart door het gemis van mijn vader. Het 4-daagse kruisje hing ik aan zijn foto en ik zei tegen Albert: “Het was heel leuk, maar dit ga ik niet elk jaar doen. De volgende keer doe ik het pas als ik 60 ben, want dan hoef ik maar 30 km te lopen in plaats van 40. Die laatste 10 kilometers zijn me elke dag toch iets te zwaar.” Ik stopte daarna ook resoluut met het regelmatig wandelen.

In 2012 stond er een bericht in de krant “Wandel je fit in 10 weken”. Ik heb regelmatig last van mijn rug (hernia) en ik weet dat daar maar 1 oplossing voor is en dat is bewegen. Even twijfel ik of ik misschien toch weer moet gaan wandelen, want toen ik in 2009 trainde en de 4-daagse liep voelde ik me hartstikke fit. Toch maakte ik geen concrete plannen daarvoor, maar toen ik mijn schoonzus Cora tegenkwam bij de Jumbo en die ook van plan was om te gaan, zijn we ons toch maar in gaan schrijven bij Fortuna. Het bleek een gezellige wandelclub te zijn onder leiding van George Zoontjen

s waarbij er onderweg ook zeker veel gekletst wordt, maar vooral ook gewandeld wordt met veel oefeningen die het allemaal net iets meer een sport maken. Oefeningen als warming up, tijdens het wandelen het tempo wisselen en andere vaardigheden en na afloop de cooling down en soms nog even nablijven voor een kopje koffie of warme chocolademelk. De 10 weken gaan voorbij en ik loop zonder moeite de 10 kilometer van de avond 4-daagse in Rooi en mijn lidmaatschap bij Fortuna is een feit.

Dan wordt het 26 januari 2013 en dit is de tekst die ik op mijn facebook pagina zet: “Ik heb zojuist besloten dat het dit jaar weer eens tijd is om de 4-daagse van Nijmegen te gaan lopen. Het is nu alweer 4 jaar geleden en ik zet net de radio aan en hoor het liedje "walking on sunshine" en op de site van de 4-daagse zie ik dat het ook nog in de bouwvak vakantie valt. Ideale situatie dus, nu moet ik alleen nog ingeloot worden voor deelname!”  Albertje reageert verbaasd en vraagt of ik al 60 jaar ben dan? Ik kreeg al snel bericht dat ik was ingeloot en reserveerde weer de 4-daagse camping van Quick 1888.

Waarom ik dat besluit had genomen weet ik niet, maar ik vond in ieder geval dat ik bij Fortuna nu meer trainde dan dat ik 4 jaar geleden had gedaan en dat ik dus best weer eens een keer de 4-daagse van Nijmegen kon gaan lopen. Wat ik niet had voorzien was dat Albertje deze keer niet met me mee kon, omdat zijn vrouw ernstig ziek was. Dus het zou deze keer wel totaal anders worden. Als training heb ik 25 km gelopen tijdens de bloesemtocht in Geldermalsen, elke dag 15 km tijdens de Rooise avondvierdaagse en ik ben naar mijn oudste zoon in Boekel gewandeld door op internet een route uit te zetten via de fietsknooppunten. Dat werkt perfect en werd uiteindelijk een route van 42 km. Je schrijft de nummertjes op een briefje en wandelt naar het 1e nummer en dan hoef je de routenummers maar te volgen. Wat ik op het moment van inschrijving ook niet wist, was dat mijn moeder op 4 juli zou overlijden waardoor ik tijdens de 4-daagse weer een groot verlies te verwerken had en ik al wandelend de kans kreeg om daar zo veel over te praten als ik wilde, in stilte over na te denken of om te huilen als ik wilde…

Gelukkig vind Leo het ook leuk om mee te gaan en daar een week te kamperen. Hij gaat af en toe nog wel gewoon werken en zorgt voor mijn eten en het klaarzetten van het voetbadje. Verder vermaakt hij zich wel op de camping en in de stad. We arriveren op zondag 14 juli op de camping en na het installeren fietsen we de stad in om te kijken wat er allemaal te beleven valt. We eten de lekkerste friet die we ooit hebben gehad en een Funkyburger bij Funkenstein en strijken neer op het gras van het Kronenburger park voor wat Jazz muziek en een heerlijke latte macchiato.

Na een onrustige nacht, waarbij ik regelmatig wakker wordt omdat het toch wel een beetje spannend is allemaal staan we vroeg op en gaan we ons melden op de “Wedren”. Dit is de plek waar de start en finish zich bevind en daar staan een aantal marktkraampjes die met de letters van het alfabet aangeven waar ik me moet melden. Mijn startnummer bevat de letter S, dus daar moet ik zijn. Dankbaar denk ik terug aan Albertje 4 jaar geleden, die me dat allemaal toen heeft uitgelegd. Ik krijg mijn controlekaart voor de volgende dag en mijn polsbandje dat ik 4 dagen aan moet houden om te laten scannen bij de start en de finish. Daarna fietsen we naar de Waalkade voor een ontbijtje op het terras en deze dag nog even een lekker lui dagje in de stad en op de camping en dan op tijd naar bed…

De dag van Elst: Het is door de organisatie vooraf bepaald hoe laat je mag starten en op de site van de 4-daagse had ik al gezien dat ik met mijn startnummer dinsdag en donderdag de late start had (6.15 uur) en op woensdag en vrijdag de vroege start (5.15 uur), dus dat is wel gunstig. Ik heb ’s morgens toch wel een uur nodig om wakker te worden, te douchen en te ontbijten en ik moet ook nog op de fiets naar de Wedren (ongeveer 15 minuten fietsen) en dat betekent dat ik de wekker toch wel op 5 uur heb staan. Om er zeker van te zijn dat ik niks vergeet mee te nemen heb ik een checklist gemaakt, die ik ’s morgens afvink. Ik twijfelde dit jaar of ik de rugzak op zou doen, maar ik heb het toch gedaan en daar zat in: Controlekaart, geld, flesje water, 2 broodjes, kruidkoek, banaan, dextro energie, mentos, zonnebril, routekaart van de dag, regencape, paracetamol, pleisters, lippenbalsem, zonnebrandcreme, fototoestel, I-pod en het allerbelangrijkste is toch wel (met dank aan Albertje voor deze tip) de hele fijne open schoentjes om aan te doen als de 40 kilometer zijn volbracht! Als ik bij de Wedren kom is het net 6.15 uur en begint de menigte wandelaars net te vertrekken. Ik maak een foto bij het bord dat aangeeft dat er 46.000 inschrijvingen waren en dat 3.507 lopers zich niet hebben gemeld. Mijn polsbandje wordt gescand en ik ben weg. Ik twijfel eraan of ik wel een piepje hoorde tijdens het scannen en zet voor de zekerheid de route aan op My Tracks op mijn telefoon, zodat ik in ieder geval kan bewijzen dat ik vandaag wel gelopen heb. De route voert ons vandaag via de Waalbrug naar Lent, Oosterhout, Valburg en daarna naar Elst. Verder gaat het naar Bemmel en dan via Lent weer naar terug naar Nijmegen. Ik voel me een beetje onwennig en vraag me af of het wel zo’n goed idee was om dit alleen te gaan doen en ik mis de gezelligheid van mijn wandelmaatje Albertje. Zal ik de controleposten wel opmerken die onderweg mijn kaartje moeten knippen? En wat als ik niet oplet en per ongeluk de route van de 50 km ga volgen? Om me heen wordt er gezellig gekletst en al snel heb ik ook af en toe een gesprekje en voel ik me wat meer op mijn gemak. Vanaf de start worden we meteen al aangemoedigd door publiek. ’s Morgens vroeg bestaat dat uit degene die net uit de kroeg komen na een nacht doorhalen. Zij wensen ons succes voor onze wandeldag en wij wensen hun ook veel succes met het aanmoedigen. Ik vraag me af wie van ons het het zwaarst heeft? Op mijn telefoon komen er volop aanmoedigingen binnen die ik bekijk als ik even pauzeer. Het wordt deze week best warm, dus ik probeer ’s morgens zo veel mogelijk kilometers te lopen en stop pas na ongeveer 10 kilometer voor het eerst. Ik herinner me de aanwijzingen die Albertje 4 jaar geleden gaf, zoals: “Zometeen komt dat lange stuk naar Elst”. Langs de route staan kinderen die snoepjes en koekjes en van alles uitdelen of een high five geven. Ook staan er kinderen met een leeg doosje, die graag stickers of iets dergelijks willen krijgen van de soldaten. Ik denk dan, het is maar net wat je je kind graag leert. Iets geven of iets ontvangen? Onder de wandelaars bevinden zich ook mensen die voor een goed doel lopen en geld willen inzamelen. Of die een mening hebben te verkondigen die ze uitdragen door een tekst op hun kleding. Er zijn er ook bij die lopen ter nagedachtenis aan een dierbare en hebben een foto van hun moeder op hun rugzak. Ik bedenk me daardoor dat ik van plan was om het bidprentje van mijn moeder in mijn rugzak te doen en dat ik dat helemaal vergeten ben. Stond ook niet op mijn checklist, maar morgen ga ik die zeker meenemen. Als ik Elst binnen loop krijg ik een telefoontje van mijn zwager die de 30 kilometer loopt en voor wie het de 28ste 4-daagse is! We spreken af bij de kerk in Elst, maar als ik daar aankom kan ik hem niet vinden en besluit ik na lang zoeken toch maar weer door te lopen. Op de lange saaie stukken, waar weinig mensen staan of als ik even niet wil praten luister ik naar muziek op de I-pod van mijn jongste zoon Ruud. Even puzzelen hoe het werkt en de nummers laten shuffelen, zodat ik van alles te horen krijg. Als ik in een dorp kom zet ik de muziek natuurlijk af, want daar is genoeg muziek en vrolijkheid. Ook bieden de mensen langs de kant gelukkig voldoende koud water aan met tuinslangen, tuinsproeiers om onder door te lopen en emmers water om mijn pet even nat te maken en weer op te zetten. Het is een warme dag dus pappen en nathouden en voldoende drinken. Ik had gehoord dat de Rooise blaaskapel HZZ (Harmonie Zonder Zaal) in Lent zou zijn, maar toen ik daar kwam hadden ze net pauze! Da’s dan weer jammer, maar toch nog even wat kunnen buurten met enkele leden. Zoals ik nog wist van 4 jaar geleden en alom al werd aangekondigd komt aan het eind van de 1e dag de gevreesde “lange dijk in de bloedhete zon”. Dus zorgen dat ik voldoende water heb voordat ik daar aan begin en van tevoren nog even pauzeren. Op dit soort stukken wordt het alsmaar stiller onder de wandelaars en lijkt het meer op een begrafenisstoet dan op een gezellige wandeltocht. Iedereen loopt in gedachten, stilzwijgend zich af te vragen of dit nog wel leuk is, maar we weten ook dat Nijmegen steeds meer in zicht komt. We zien de bruggen in de verte en voor degene die het nog niet weet wordt er rondverteld dat het nog veel verder lopen is dan je verwacht! Zelf ervaar ik die laatste kilometers alsof ik helemaal geen pijn meer voel als ik maar blijf doorlopen. Ik durf dan ook echt niet meer te stoppen, want ik weet dat het zeer gaat doen als ik daarna weer op sta om verder te gaan. Als we Nijmegen binnen lopen weet ik dat ik niet moet denken dat ik er al ben, want dan komt er nog het zigzaggen door de stad, zodat het toch nog een uur duurt voordat ik bij de Wedren ben. Eenmaal daar aangekomen wordt mijn polsbandje gescand en krijg ik mijn controlekaart voor de volgende dag. Dan vlug mijn schoenen uit en mijn open schoentjes aan. Dat voelt stukken beter en gelukkig nog geen blaren te zien! Je moet vóór 17.00 uur binnen zijn en op vrijdag vóór 18.00 uur. Er zijn een paar Rooise vrienden gekomen die samen met mij mijn welverdiende drankje drinken en daarna op de fiets terug naar de camping voor een voetbadje met bruistablet en heerlijk relaxen. Op de camping wordt de dag doorgenomen door verhalen uit te wisselen met de andere campinggasten die ook gewandeld hebben en zonder uitzondering nogal moeilijk lopen. ’s Avonds ga ik op tijd naar bed (om een uur of 9) en  smeer net als 4 jaar geleden mijn benen in met midalgan voor de spieren. Dat laatste was deze keer geen goed idee. Mijn benen beginnen te gloeien en het is toch al bloedheet in de camper. Uren lig ik wakker en dan begin ik ook nog eens zo misselijk te worden dat het lijkt of ik moet overgeven. Alles bij elkaar slaap ik denk ik 3 uur.

De dag van Wychen: Vandaag de vroege start, dus een uur eerder opgestaan en net zoals gisteren maar heel even in de rij gestaan voordat er om 5.15 beweging in kwam en mijn polsbandje gescand kon worden voor vertrek. Het vertrek duurt vandaag iets langer, omdat ze nu ook je controlekaart moeten zien of je wel een vroege start hebt. Het is vandaag roze woensdag, dus heb ik en vele medewandelaars met mij mijn kleding daarop aangepast. Het bidprentje van ons mam zit nu wel in mijn rugzak, maar er zijn nu ook een aantal dingen thuis gelaten. Regencape is echt niet nodig, want als het met dit weer gaat regenen dan zou hett heerlijk zijn om nat te worden. I-pod hoeft ook niet mee, want ik heb gemerkt dat het door de mede-wandelaars niet erg gewaardeerd wordt en het is ook niet erg sociaal om je af te sluiten. Fototoestel staan welgeteld 2 foto’s op, dus die hoeft ook niet meer mee. Ik heb wel een paar foto’s gemaakt met mijn telefoon. Onder andere van het deelnemersbord dat vandaag aangeeft dat er de 1e dag 917 wandelaars uitgevallen zijn. Hoewel gisteravond iedereen moeilijk liep op de camping blijkt nu dat het menselijk lichaam in staat is om binnen enkele uren te kunnen herstellen en ook ik voel al snel geen enkele beperking meer om aan een nieuwe wandeldag te beginnen. Een enkele keer zie ik aan de kant van de weg iemand huilend zitten die het wel probeerde, maar toch op moet geven. Ik praat veel met andere wandelaars en als ik vertel dat ik gisteravond in bed zo misselijk was geworden krijg ik de vraag wat ik overdag zoal drink. Ik drink alleen water en dat blijkt niet voldoende te zijn, omdat je ook suikers en zouten aan moet vullen. Die sportdrankjes vind ik niet lekker en de dropjes en snoepjes die de kinderen langs de kant aanbieden lust ik ook niet. Dextro energie zat wel ergens onder in mijn rugzak, maar ik had gisteren niet de moeite genomen om die eruit te halen. Dat was dus de reden dat ik misselijk was, dus ga ik vandaag de zoute tuc-koekjes en zoutstengels die de kinderen ook aanbieden in ieder geval wel aannemen en ook de dextro energie innemen. In het begin van de route zit er een man in een woning op de bovenverdieping voor het raam. Hij heeft 3 bordjes op het raam geplakt met op elk bordje een woord. Alle wandelaars kijken naar dat raam en lezen:  HET  IS  WEER            en de rest van deze zin vult de man aan door zelf een bordje omhoog te houden waar onder andere op te lezen is  “AU AU”   of   “ZO VER”. Hij kijkt daarbij alsof het een heel serieuze taak is die hij moet vervullen en alle wandelaars vinden het prachtig. Dit doet hij dus al jaren zo, dus veel wandelaars weten al dat hij daar zit. De route gaat vandaag veel door bossen en over zandwegen. Dit laatste is niet zo fijn voor mijn contactlenzen, maar ik vind het toch wel een leuke route. De meeste wandelaars vinden deze dag saai, maar voor mij was het de vorige keer de mooiste dag. Eerst gaan we een hele tijd door de stad om vervolgens naar Alverna te lopen. We komen over een terrein bij een boer die een kaasboerderij heeft, maar zijn hond loopt een heel stuk met de wandelaars mee. Later hoor ik dat de hond door politieagenten weer is terug gebracht. Een mooie doorkomst staat ons te wachten in Wijchen met veel muziek en veel toeschouwers, maar het wandelen wordt hier wel slenteren vanwege smalle, drukke straten. Bij alle bejaardenhuizen uit de buurt hebben ze de oudjes langs de route gezet. Sommigen weten niet eens dat ze er zitten en anderen genieten volop van hun jaarlijkse dagje uit, waarbij ik moet denken aan het plezier dat ons vader en moeder altijd beleefden aan hun jaarlijks terugkerende deelname aan de Rooise kermis. De loterij bij de botsauto’s. Ook al was de gewonnen prijs soms maar een pak koffie. Het was voor hun een uitstapje waar ze heel lang naar uitkeken en waar na afloop nog weken over werd nagepraat. Waarschijnlijk beleefden de oudjes langs de route het ook op zo’n manier. Ik kijk de oude vrouwtjes in de ogen en zwaai naar ze alsof het ons moeder is die daar zit. Daarna loop ik verdrietig snotterend verder richting Beuningen en neem me voor om daar even te gaan pauzeren, maar als ik links in het gras bekenden uit Rooi op een kleedje zie zitten ben ik blij verrast dat ik even bij hun in een tuinstoel plaats kan nemen onder de roze parasol. Dat had ik nou net even nodig op dit moment, toeval bestaat niet. Beuningen loop ik dus daarna gewoon doorheen en dan via Weurt weer naar Nijmegen. Inmiddels voel ik toch enkele blaren op mijn voeten. Bij beide voeten tussen mijn grote teen en de teen die er langs staat, maar dat was 4 jaar geleden ook het geval en daar heb ik toen eigenlijk ook geen hinder van gehad. En nu heb ik er ook nog 1 midden onder mijn linker hak en daar was ik niet blij mee. Toch heb ik deze 2e dag weer volbracht en ben ik dik tevreden. Ook al ben ik vanmorgen een uur eerder gestart wil nog niet zeggen dat ik nu ook een uur eerder bij de finish ben. In de loop van vandaag heb ik besloten dat het geen wedstrijd is wie het eerst binnen is en dat een uur eerder starten betekent dat ik een uur langer heb om overdag te genieten van alles en langer mag pauzeren. De tijd hou ik niet in de gaten, maar het zal ongeveer om half 4 zijn geweest gisteren en vandaag. Ik houd gewoon aan dat ik elke dag minstens 9 uur onderweg ben. Leo zit me op te wachten bij de Wedren en zorgt ’s avonds voor een paar heerlijke bami schotels, maar ik heb wel moeite met warm eten. Op de camping is ook een blarenpost, dus ik maak een afspraak en de blaar op mijn hak wordt doorgeprikt en keurig met laagjes tape beplakt. Ook de blaren tussen mijn tenen worden behandeld. Daarna nog een heerlijke massage voor de spieren en ik ben weer klaar. De masseuse vraagt of ik ergens last van heb, maar dat is niet het geval. Het masseren is pure verwennerij. Inmiddels is het door de lange wachttijden bij blarenpost en masseur best wel laat geworden en lig ik pas om half 11 in bed.

De dag van Groesbeek: Wat heb ik lekker geslapen vannacht. Ik voel me heerlijk uitgerust en heb er weer zin in vandaag. Op de fiets naar de wedren wenst iedereen die je onderweg tegenkomt alweer succes voor die dag. Het aantal uitvallers van de 2e dag was 857 en dat is toch weer best veel vind ik. Ik heb weer de late start en om 6.15 vertrekken we weer onder luide aanmoedigingen van de studenten langs de kant. Sommigen zijn zo beschonken dat ze duizelig worden van de vele wandelaars die aan hun ogen voorbij trekken. Ik raak aan de praat met een vader en dochter en loop zeker een uur met ze mee, waardoor het heel snel opschiet. Langs de route zit een vrouwtje met een megafoon en zwoele stem iedereen een goede morgen en succes te wensen. De route gaat vandaag via Malden, Heumen richting Mook. Daarna naar Plasmolen, Milsbeek om via Bredeweg  naar Groesbeek te gaan. Ik heb een ontzettende energie vandaag en het lopen gaat als vanzelf. Sommige wandelaars hebben in hun handen stokjes die aan een touwtje om de pols zitten, want dat schijnt te helpen tegen dikke vingers dus ik raap in het bos ook een paar stokjes om te kijken of dat iets uitmaakt. En inderdaad het helpt wel een beetje. Er zijn elke dag voldoende toiletvoorzieningen, maar ik vind het toch sneller om voor een plasje even achter een struik te gaan zitten. Toch ontkom je er niet aan dat het je treft dat je bij een wc gaat staan te wachten en in mijn geval was dat bij die van Unicef. Sta ik in de rij bij 1 WC, stop ook nog 2 euro in de collectebus die langs komt en dan blijkt dat alle wandelaars die voor Unicef lopen voorrang krijgen. Ik ben bijna aan de beurt en dan komt er een zieke vrouwelijke soldaat die smeekt of ze even voor mag gaan, want het hele peleton staat op haar te wachten. Dit alles kost je minstens een half uur en als je dan uiteindelijk verder loopt zie je 100 meter verder 20 dixies aan de linkerkant. Tuurlijk! In het plaatsje Bredeweg stop ik bij een benzinestation, want ik heb me toch zin in een hamburger speciaal. Die gaat er goed in en nu ik daar toch ben ook meteen maar even naar de WC want daar is het tenminste niet druk. De toiletjuffrouw was heel bijzonder en spiritueel en zij kon aan je aura zien waar je last van had. Ze sproeide met een plantenspuit ingestraald water over me heen en ik dacht: “Laat nou die Zevenheuvelenweg maar komen!” Dit gaat helemaal goedkomen en dat was ook zo. De heuvels zijn lang niet zo hoog als ik gewend ben in de Ardennen en er is volop publiek om aan te moedigen. Er staan voldoende bomen waardoor je veel stukken in de schaduw kunt lopen. Onderweg hoor ik iemand achter mij zeggen: “Het is hier wel overal hult en bult”. Ik draai me om want dat moet wel een Brabander zijn en inderdaad zijn shirt verraad dat hij een Volkelse Loper is. Een enorm respect heb ik voor degenen die de 4-daagse in een rolstoel afleggen, die ze met de handen moeten vooruit bewegen. Zoals het meisje in onze straat op de camping, die de 50 km doet samen met haar vriend! Zij vertelde dat het geen probleem is om de heuvels op gaan, maar dat ze blaren krijgt op haar duimen omdat ze moet afremmen. Ik heb haar onderweg niet gezien, maar wel een andere vrouw in een rolstoel. Zij had een bord op haar rug waar op stond te lezen: “Nee, ik heb geen hulp nodig. Als dat wel zo is, dan vraag ik het aan U”. En natuurlijk hebben ze daar gelijk in. Dat zou hetzelfde zijn als wij ons zouden laten dragen omdat we zere voeten hebben. Het laatste stuk door de stad Nijmegen naar de Wedren valt me ook heel erg mee, maar toch loop ik toch weer op de automatische piloot zonder te stoppen. Dit was voor mij tot nu toe wel de mooiste wandeldag. Als ik weer terug op de camping aankom zijn er 2 kleinkinderen die komen logeren. Leuke verrassing, maar ik ben echt niet in staat om achter ze aan te gaan rennen dus Leo moet ze verzorgen en op bed leggen. Na mijn dagelijkse voetbadje wil ik me gaan douchen en zie tot mijn verbazing dat mijn voeten helemaal zijn opgezwollen van het vocht. Dit heb ik nog nooit meegemaakt en voelt heel raar. Ik kan er bijna niet mee lopen en maak me zorgen of ik morgen mijn schoenen nog wel aan kan. In bed leg ik een leeg bierkratje onder mijn voeten, maar dat is veel te hoog waardoor ik niet fijn kan liggen. Dan toch maar een kussen eronder gelegd. Door de aanwezigheid van mijn logeetjes slaap ik erg slecht.

De dag van Cuyk: Ik heb de vroege start, maar ben extra vroeg op zodat ik aangekomen bij de Wedren bijna vooraan sta en nog tijd heb voor koffie en een broodje. Het aantal uitvallers van de 3e dag was toch weer 964. Om 5.15 mogen we weer vertrekken en de route komt weer langs Theo (de man met de bordjes). Hij is vandaag jarig staat er op een bord, dus we gaan met z’n allen voor hem zingen, terwijl hij het bordje ophoog steekt “TOT VOLGEND JAAR”. Vandaag loop ik toevallig steeds in de buurt van politiekorpsen, die vrolijk zingen of wandelen op de maat die aangegeven wordt met een tamboerijn. Ook een Zweedse groep soldaten zingt vrolijke liedjes. Niet te verstaan, maar beslist een leuk taaltje. De absolute nummer 1 dit jaar van meest gehoorde liedje langs de kant is toch wel Miss Montreal & Nielson, omdat hun nieuwe liedje als eerste tekstregel heeft: “En ineens zag ik je lopen en ik dacht, hoehoe, hoehoe”. De route van vandaag voert ons eerst naar St. Walrick en daarna naar Overasselt, waar Leo geboren is. Leo wacht me daar op met onze kleinkinderen en we gaan even op een terrasje zitten met zijn zus en zwager. Daarna weer verder over een lange dijk in de bloedhete zon, dus zorgen dat mijn pet goed nat blijft en dat ik voldoende water heb. Er lopen 2 meisjes die “Oud Nijnsel” op hun t-shirt hebben staan voor mij en omdat ik ook uit Nijnsel kom spreek ik ze aan met: “heej, Nènzels volk?” Maar ze blijken uit Olland te komen en vriendjes te hebben in Nijnsel en 1 van de 2 is een dochter van Hennie Merks, die op dinsdagavond ook bij mijn wandelclubje “De Fitwalkers” van Fortuna wandelt. Al kletsend laten we die lange dijk snel achter ons en gaan we richting Linden. Dat dorp kiest elk jaar een thema en dit jaar is dat “Koninklijk”, dus zijn Maxima en Willem-Alexander alom aanwezig als poppen, schilderijen e.d., maar het grappigste vond ik zelf een aantal stenen die in vrolijke kleuren waren geschilderd want dat waren “lakkeien”. Bij het verlaten van het dorp staat er op een oranje spandoek “Even wuiven misschien?” De route gaat verder via Beers naar Cuijk. In Beers loop ik bijna verkeerd als ik mijn pet nat maak en zonder op te letten de route van de 50 km ga volgen. Gelukkig ziet iemand dat ik een wit polsbandje heb i.p.v. een rood en stuurt me de goede kant op. Dan zie ik ook wandelaars met een rood polsbandje tegen de looprichting in rennen, omdat zij ook verkeerd gelopen zijn. De doorkomst in Cuijk is ongetwijfeld de mooiste van de hele 4-daagse. Het is daar gezellig druk en toevallig staan alle mensen die mij persoonlijk komen aanmoedigen in Cuijk. Mijn zus Antoinette (ook lid van onze wandelclub Fortuna) en zwager Jos staan op de pontonbrug over de Maas. Deze brug werd op donderdagochtend speciaal voor de 4-daagse gebouwd en moest dit jaar i.v.m. de bezuinigingen bij defensie worden geboekt als “militaire oefening”.  We lopen nu een stukje in Limburg naar Mook en Molenhoek en komen in Malden. Ik had gehoord dat de Rooise wandelaars 8 km voor de finish werden opgewacht door een Rooise wethouder en was wel benieuwd naar die ontvangst maar dat viel heel erg tegen. Ondanks mijn rooie broek en het rooie T-shirt met aan de voorkant Sint Oedenrode en op mijn rug “Ik kom uit Rooi” gunde niemand van de delegatie mij een blik waardig, want ze waren druk bezig met filmen van TV Meijerij. Misschien komt het omdat ik het oranje gesponsorde shirt niet aan had dat aan de Rooise wandelaars was verstrekt, maar het rooie shirt dat ik van mijn zus en schoonzus kreeg vond ik toch echt wel mooier.  Ik besluit om maar door te lopen en ben lekker op een terrasje een frietje gaan eten en berichtjes op mijn telefoon gaan beantwoorden. De spandoeken boven de weg geven aan dat het “nog maar” 7 kilometer is naar Nijmegen, maar met deze drukte en dit tempo is dat nog wel anderhalf uur lopen. Het is nog steeds ontzettend warm en de toeschouwers die nu langs de kant zitten zijn heel enthousiast met hun applaus en aanmoedigingen, maar nu ontbreken de tuinsproeiers met koud water, de tuinslangen om onze flesjes te vullen of onze pet nat te maken. Ze zitten met een goedgevulde koelbox van hun koude drankje te genieten en ook al zegt iedereen dat dit het mooiste moment van de 4-daagse is en dat deze dag “vanzelf” gaat, daar ben ik het niet mee eens. Net zoals 4 jaar geleden vind ik dit laatste stuk veel zwaarder dan verwacht en als ik nu de balans opmaak vond ik gisteren toch eigenlijk wel mijn leukste dag. Natuurlijk geniet je van al die mensen en de aandacht en de gladiolen die je op de Via Gladiola aangeboden worden als teken van kracht en overwinning. Maar er is ook ergernis! Mijn voeten doen zeer, dus ik wil mijn schoenen uit doen. Mijn rug en beenspieren doen ook zeer. Ik heb het heet en moet plassen. Geen WC te zien, dus ik baan me een weg tussen de mensen langs de kant om even ecologisch te hurken in het bos. Bellen en sms’en gaat niet meer, want het telefoonverkeer ligt plat. Je weet dat er mensen staan die jou zoeken en je kunt ze niet vinden. Mensen proberen bij de Wedren te komen, maar worden niet toegelaten. Ik vind het nooit zo leuk om in de belangstelling te staan, maar loop toch met een trots gevoel zwaaiend met mijn gladiolen langs de tribunes in Nijmegen. Ik heb het toch maar weer geflikt! Als ik onder het doek “Finish” loop wil ik daar heel graag een foto van hebben, maar hoe krijg ik dat in Godsnaam voor elkaar. Het is veel te druk om daar stil te gaan staan, dus laat ik het er maar bij zitten en ga me afmelden en de medaille in ontvangst nemen. Later hoor ik dat er deze dag toch nog 359 wandelaars zijn uitgevallen en dat er in totaal uiteindelijk 39.396 wandelaars in zijn geslaagd om op de 4e dag te finishen. Ik had me er helemaal niet in verdiept hoe de beloning eruit zou zien en verwachtte eigenlijk een 2tje, zoals je krijgt bij de bloesemtocht in Geldermalsen. Die kun je dan op het lintje van je 1e medaille spelden. Voor mijn 2e vierdaagse ontvang ik precies zo’n zelfde 4-daagse kruisje als de 1e, maar dan zit er nu ook nog een goudkleurig kroontje op.  Deze bekroonde medaille draag ik op aan mijn moeder. Het was weer een mooi avontuur, maar ik wil wel graag dat het ook bijzonder blijft. Ik ga de komende jaren vast en zeker nog heel veel wandelen, maar dan vooral op dinsdagavond bij Fortuna…..

 

Franca van de Laar